1. In de antwoorden op mijn vragen (PS2013-861) wordt aangegeven dat de provincie aan het bedrijfsleven (VNO/NCW) heeft aangeboden om zekerheid te bieden aan individuele bedrijven die in onzekerheid verkeren of zij een Natuurbeschermingswet-vergunning nodig hebben voor hun huidige activiteiten. Als deze bedrijven de relevante informatie (situatie 2000 en de relevante projecten sindsdien) overleggen, dan beoordeelt de provincie kosteloos of zij een Natuurbeschermingswet-vergunning nodig hebben voor de uitgevoerde projecten. Nu ben ik benieuwd of GS bereid is om de vaststelling en de ter inzage legging van het Beheerplan Natura 2000 te willen aanhouden tot deze exercitie is afgerond en de effecten voor alle bedrijven in beeld gebracht zijn?
2. In de antwoorden wordt ook geschreven: "Bedrijven hadden dus in ieder geval vanaf 2005 kunnen weten dat er een Natuurbeschermingswet-vergunning nodig was voor activiteiten met mogelijk negatieve gevolgen. Vanaf de inwerkingtreding van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (1994) was er reeds een toetsingskader. Het beheerplan is een verdere uitwerking van dit toetsingskader." Is het niet zo dat met bovenstaande passage de provincie als bevoegd gezag laat zien dat er een nieuw toetsingskader is waar oude activiteiten aan getoetst moeten worden? Houdt dit wel stand bij een juridische toets? 3. Men schrijft ook: "Om de onzekerheid rondom de Veluwe en de Rijntakken te verminderen, laten wij nu een onderzoek uitvoeren dat duidelijkheid moet geven voor welke storingsfactoren (geluid, licht, grondwateronttrekking, etc.) binnen welke afstand er mogelijk een effect optreedt. Met behulp van de resultaten van dat onderzoek kunnen bedrijven nagaan of zij mogelijk een Natuurbeschermingswet-vergunning nodig hebben voor projecten uit het verleden." GS gaf reeds eerder aan: "De uiteindelijk resterende groep van bedrijfsactiviteiten, waarbij een significant negatief effect niet bij voorbaat kan worden uitgesloten, dient in de visie van GS Gelderland een Nb-vergunning aan te vragen en zal derhalve niet in het kader van het Beheerplan Natura 2000 beoordeeld worden." In mijn ogen levert dit grote problemen en hoge kosten op, bijvoorbeeld ook voor de zand-, grind en kleiwinnende industrie en baksteenfabrieken in de Uiterwaarden. Dergelijke grondstofwinning vindt vaak plaats in combinatie met realisatie van andere ruimtelijke doelen (bijv. natuurontwikkeling). Bij grondstofwinning wordt de bestaande bovenlaag verwijderd en wordt uiteindelijk natte riviernatuur gerealiseerd met een veel grotere biodiversiteit. Voor een groot deel van het brede scala aan bestaande activiteiten in de Gelderse uiterwaarden kan een significant negatief effect op de Natura2000 instandhoudingsdoelstellingen waarschijnlijk wel worden uitgesloten. Voor bedrijfsmatige activiteiten met grotere transportstromen zal dit in de praktijk echter meestal niet goed mogelijk zijn. Dit betekent voor deze bedrijven dat zij alsnog een Nb-vergunning moeten aanvragen om hun bestaande situatie erkend te krijgen met veel noodzakelijk en zeer kostbaar onderzoek. Belangrijk om hierbij vast te stellen is dat het gaat om bedrijven die veelal meer dan 100 jaar in de uiterwaarden gevestigd zijn en dat zij reeds beschikken over milieuvergunningen waarin reeds strenge eisen worden gesteld ten aanzien van emissies, geluidbelasting e.d. Om de onzekerheid voor dit bedrijfsleven te verminderen is het belangrijk dat er op korte termijn duidelijkheid komt of deze bedrijven voldoen aan de eisen. De provincie lijkt nu de toekomstige onzekerheden die gebiedsaanwijzing en beheerplan met zich meebrengen volledig bij het bedrijfsleven neer te leggen. Is GS bereid om dergelijke bestaande activiteiten, zoals baksteenfabricage en grondstofwinning en verdere ontwikkelingsmogelijkheden daarvan, in het kader van het Beheerplan alsnog te beoordelen en zo de regeldruk en kosten voor deze ondernemingen te beperken?
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Archief
October 2017
Categorie |