![]()
Statenlid Bastiaan Meerburg (VVD) heeft vragen (zie bijlage) gesteld aan het College van Gedeputeerde Staten over de ontwikkeling van het Vijverterrein in Tiel. Al vele jaren is daar een discussie tussen de gemeente Tiel en autodemontagebedrijf Reuvers. De gemeente wilde dit bedrijf verplaatsen, om vervolgens het gebied te ontwikkelen in het kader van het project Fluvia Tiel. Meerburg: "Vanuit de Provinciale Staten volg ik met argusogen de ontwikkelingen in Tiel. We investeren als provincie grote bedragen in het project Fluvia Tiel via de gebiedsgerichte opgave ‘Waalweelde’ en het is voor de ontwikkelingen in het gebied niet goed dat deze kwestie zich nu al zo lang voortsleept.”
Meerburg licht toe: “In 2003 werd een overeenkomst gesloten, waarbij Reuvers aan bouwbedrijf BAM 3 hectare van het Vijverterrein verkocht voor de bouw van woningen. Echter, de gemeente veranderde haar denkrichting en wilde het terrein omvormen tot een zogenaamde klimaatdijk. Gevolg: de BAM kreeg geen vergunning voor het bouwen van deze woningen. Dit leidde tot onenigheid tussen de BAM en Reuvers, en vervolgens ook tussen Reuvers en de gemeente.” De woonwijk die er had moeten komen is er tot nu toe nog steeds niet gekomen, waardoor andere ondernemers in de directe omgeving ook forse schade lijden. Op dit moment lopen er diverse juridische procedures, waarbij door Reuvers ook beslag op het Vijverterrein gelegd is. Onlangs plaatste de gemeente echter een aanbesteding, waarmee men het Vijverterrein wil gaan ophogen. Echter, het blijkt dat de gemeente de diverse belanghebbenden, waaronder Reuvers, niet op de hoogte heeft gebracht van dit voornemen, ondanks zijn beslag op het terrein. Meerburg vindt dit zeer vreemd en is bezorgd: "Ik vraag mij af of de provincie van het besluit tot aanbesteding op de hoogte is geweest en hoe men de juridische en financiële risico's inschat. Daarnaast is het natuurlijk onvoorstelbaar dat deze zaak al zo lang tot vertraging leidt. Ik hoop dat men in Tiel snel het bestuurlijk vermogen toont om dit probleem eindelijk op te lossen, eventueel met hulp van de provincie.”
0 Comments
Uit een analyse van de NOS in samenwerking met de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 bleek onlangs dat de stoffelijke overschotten van 1085 vermiste bemanningsleden van vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog in Nederland zijn neergestort, mogelijk nog onder de grond liggen. In totaal wordt voor heel Nederland uitgegaan van 501 crashlocaties. Statenlid Bastiaan Meerburg wil graag weten hoeveel van deze locaties in Gelderland liggen en hoe vaak Gelderse gemeenten van nabestaanden het verzoek krijgen om een vliegtuigwrak op te graven. Gemeenten blijken dat lang niet altijd te zien zitten, mede omdat het opgraven van een vliegtuigwrak op land een gemeente gemiddeld een half miljoen euro kost.
Bastiaan Meerburg: "De gemeente Bronkhorst heeft enkele jaren geleden hiervoor gekozen, maar er zijn ook veel plekken in onze provincie waar ook nog wrakken in de grond schijnen te liggen. Bijvoorbeeld in de regio Arnhem/Nijmegen, als gevolg van de Slag om Arnhem. Ik wil weten hoe Gelderse gemeenten met dit soort verzoeken van nabestaanden omgaan en wat de overwegingen zijn om wel of niet tot berging over te gaan. Daarnaast heb ik het provinciebestuur gevraagd om te kijken op welke manier men hieraan wil of kan bijdragen. Ik vind dat zoveel mogelijk tegemoet moet worden komen aan de wens van de nabestaanden: die hebben het recht om te weten wat met hun familielid gebeurd is." ![]()
Op 17 oktober heeft VVD-Statenlid Bastiaan Meerburg schriftelijke vragen gesteld aan het College van Gedeputeerde Staten over de plannen die Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) heeft met de brandweer. Meerburg: "De veiligheidsregio lijkt ervoor te kiezen om het aantal brandweerauto's structureel te verminderen en gaat van langere opkomsttijden uit (de tijd die nodig is voordat een brandweerauto voor de deur staat na een melding) dan wettelijk is vastgelegd. Ik wil weten of de provincie, die medeverantwoordelijk is voor het toezicht op de veiligheidsregio's, een aanwijzing kan geven dat men zich aan de wettelijke tijden moet houden. Ik maak mij zorgen dat met name bij branden in het buitengebied er te weinig bluscapaciteit voorhanden is en het dus neerkomt op het gecontroleerd laten uitbranden van bijv. boerderijen. Ook wil ik weten of als er zich weer een grote natuurbrand voordoet zoals in april 2014 in Nationaal Park De Hoge Veluwe er wel afdoende capaciteit is om de brand te bestrijden." Lees hier de vragen die Meerburg gesteld heeft.
Naar aanleiding van een bericht in de Stentor van 21-08 heb ik schriftelijke vragen aan het College van Gedeputeerde Staten gesteld over een concept-wetsvoorstel waarmee de Provincie Gelderland meer macht zou kunnen krijgen en hiermee het eigendomsrecht van particuliere terreinbeheerders zou kunnen overtreden. Zij kan dan straks bepalen hoeveel recreanten toegang mogen krijgen, op welke locaties, etc. Ik vind het, net zoals de directeur van het Nationaal Park De Hoge Veluwe, onwenselijk dat dit zomaar kan gebeuren. Eigendomsrecht dient in mijn optiek leidend te zijn. Mijn vragen richtten zich erop of de Provincie van deze rechten gebruik zou willen gaan maken en welk afwegingskader wordt gehanteerd. In mijn vragen werd alleen Nationaal Park De Hoge Veluwe genoemd, maar de uitwerking is natuurlijk veel breder, het geldt voor alle particuliere terreinbeheerders. Overigens moet het wetsvoorstel nog door het Parlement worden goedgekeurd. Maar better safe than sorry!
Op 28 juli heeft Bastiaan Meerburg schriftelijke vragen gesteld over de aanleg van ecoduct Maanschoten.
Tijdens de Statenvergadering op 9 juli jl. werd een debatverzoek van de VVD behandeld (zie onderstaande foto) om voor bedrijven duidelijkheid te krijgen over bestaand gebruik in en nabij Natura2000 gebieden Veluwe en Rijntakken. Hierover had woordvoerder Bastiaan Meerburg uitgebreid contact gehad met onder meer VNO-NCW, de Recron, de Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën (FODI) en de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek. Al eerder werd op deze site uitgebreid aandacht aan dit dossier besteed, zie het artikel via deze link.
Provincie pro-actief in overleg Meerburg wilde dat een recente notitie van het ministerie van Economische Zaken door de provincie Gelderland zou worden gebruikt als uitgangspunt omdat dit voor een groot aantal bedrijven een oplossing zou kunnen bieden en tevens dat de provincie pro-actief met de ondernemers op zoek zou gaan naar maximale juridische speelruimte in de beheerplannen om zo zekerheid te kunnen geven. Hij had hiervoor samen met de SGP, de PVV, Groep Wullink en 50Plus een motie voorbereid. Juridisch kader is hindermacht In zijn betoog (zie het Debatverzoek) gaf Meerburg aan dat door de vergaande juridisering de relatie tussen ondernemerschap en natuur dreigt te verslechteren: “Niet de natuur, maar het bijbehorende juridisch kader is voor ondernemers een hindermacht van betekenis geworden”. GS in gesprek met ondernemers Gedeputeerde Van Dijk gaf namens het College van Gedeputeerde Staten (GS) aan dat de notitie van het ministerie van Economische Zaken inderdaad door de provincie wordt onderschreven en dat hij samen met de ondernemers op zoek gaat naar de maximale speelruimte. Daarop kon Meerburg de motie intrekken: “Ik ben blij dat GS bereid is om dit te doen en zo meer zekerheid te bieden richting onze Gelderse ondernemers, die zo belangrijk zijn voor de werkgelegenheid.” ![]() Onlangs bezocht ik met de commissie Landelijk Gebied, Cultuur & Jeugdzorg de steenfabriek in Gendt. Een mooi bedrijf, waar men op een energiezuinige wijze bakstenen voor de bouw en straatstenen produceert. Problematisch is wel dat Natura2000 gebieden vaak nabij dit soort bedrijven worden gesitueerd en dat zij hierdoor flinke last ondervinden. En deze bedrijven zijn helaas niet de enige. Uit een pas uitgekomen onderzoek van Arcadis blijkt dat er ca. 60.000 Gelderse bedrijven binnen de invloedssfeer van Natura2000-gebieden Veluwe en Rijntakken vallen. Onduidelijk is echter wat dit precies voor hun positie betekent. Wél is duidelijk dat economische ontwikkeling, bedrijfsuitbreiding en aanschaf van nieuwe machines zeer moeizaam verloopt. Uitspraak RvS leidt tot hoge kosten voor bestaand gebruik Met name het bestaande gebruik is een thema wat vol de aandacht van de VVD heeft, mede ingegeven door onder meer VNO-NCW en de Recron. Uit een recente uitspraak van de Raad van State blijkt dat dit bestaande gebruik door bedrijven moet worden verantwoord tot een periode van soms wel 12-14 jaar geleden. Zij moeten aantonen dat een project in die periode (bijv. de uitbreiding van een gebouw) geen negatieve significante schade heeft toegebracht aan de natuur en als dat wel het geval is, alsnog een vergunning volgens de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) aanvragen. En deze procedure betekent dat zij hiervoor vele tienduizenden euro’s aan kosten moeten maken en tijdrovende procedures moeten volgen. Geen omgekeerde bewijslast; wel generaal pardon Ik pleit daarom voor een generaal pardon omtrent Natura2000 en de Nb-wet vergunningplicht bij bestaand gebruik. Bedrijven (en ook gemeenten, waterschappen en de provincie zelf) hadden niet kunnen weten dat er ruim tien jaar later wetgeving van kracht zou worden die zou terugkijken naar projecten uit de periode 2000-2010 en dat deze bedrijven hiervoor alsnog forse extra kosten moeten maken. En het is natuurlijk raar dat door de uitspraak van de Raad van State de bewijslast wordt omgekeerd en bedrijven moeten bewijzen dat activiteiten in die periode 2000-2010 geen invloed hebben gehad op de instandhoudingsdoelen van de natuur. De werkelijke natuurschade laat zich achteraf natuurlijk niet meer berekenen, en dat is voor de Raad van State ook niet van belang, want die zal alleen juridisch toetsen. VVD vraagt aandacht voor bestaand gebruik, uitbreiding en nieuwvestiging Ik vind dit echt een onwenselijke situatie. Laten we als politiek gezamenlijk optrekken tegen dit soort ingewikkelde en ongewenste procedures, die ervoor zorgen dat er door bedrijven en andere betrokken partijen veel onnodige kosten moeten worden gemaakt. Daarnaast blijven we als VVD natuurlijk pleiten voor goede mogelijkheden voor uitbreiding van bestaande bedrijven (die worden hierdoor moderner, waardoor vaak de invloed op de natuur juist afneemt). Ook nieuwvestiging van bedrijven wordt door ons niet vergeten. Bastiaan Meerburg Lid VVD Statenfractie Gelderland Bastiaan Meerburg, de VVD-woordvoerder landbouw en natuur heeft de volgende mondelinge vragen aangekondigd voor behandeling tijdens de commissievergadering Landelijk Gebied, Cultuur & Jeugdzorg van de Gelderse Staten op 14 mei a.s.:
"Al eerder stelde ik namens de VVD-fractie in de Gelderse Staten schriftelijke vragen over de Jonge Landbouwersregeling en het Plattelandsontwikkelings Programma (POP3). Inmiddels zijn er ook diverse debatten in de Tweede Kamer geweest, maar staatssecretaris Dijksma kan de zorgen van de jonge boeren tot nu toe niet wegnemen. Een van de pijnpunten ligt bij de definitie van jonge boer. Onder meer mijn VVD-collega in de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris naar de mogelijkheid gevraagd om de definitie van jonge boeren dusdanig te formuleren dat alleen agrarische jongeren na bedrijfsovername voor de regeling in aanmerking komen. Zo wordt voorkomen dat maatschappen zonder bedrijfsovernameproces het zeer beperkte budget van de regeling kunnen claimen. Dijksma zoekt nu op Europees niveau uit wat hierin mogelijk is. Een ander pijnpunt zijn de gelijke selectiecriteria. De Tweede Kamer vraagt Dijksma om bij de provincies te blijven aandringen op een uniforme invulling van de regeling waarbij gebruik wordt gemaakt van gelijke selectiecriteria. Immers, de uitdagingen van jonge boeren na bedrijfsovername zijn gelijkwaardig, dus dienen de selectiecriteria ook gelijk te zijn. Ik wil dan ook graag de volgende vragen aan de gedeputeerde stellen: 1. U gaf destijds in antwoord op mijn Statenvragen aan positief te staan tegenover de Jonge Landbouwersregeling. Kunt u een update geven over de stand van zaken van het overleg tussen de provincies en het ministerie van Economische Zaken op dit punt? 2. Bent u bereid om in IPO-verband namens de provincie Gelderland een voorstel te doen voor de totstandkoming van een Jonge Landbouwersregeling die gebaseerd is op gelijke selectiecriteria voor alle provincies?" Bastiaan Meerburg, VVD-lid van de Provinciale Staten van Gelderland, stelde vorige maand naar aanleiding van de actie ‘Red de buitenrit!’ van de KNHS schriftelijke vragen aan de voorzitter van de Provinciale Staten van Gelderland. Uit de reactie blijkt dat de toekomst van het buitenrijden in Gelderland vooralsnog geen gevaar loopt. “Zover ons bekend speelt dit niet in Gelderland. Er is door ons niet bezuinigd op de recreatietoeslag”, is te lezen in het artikel dat is gepubliceerd op de website Horses.nl.
BRON: http://horses.nl |
Archief
October 2017
Categorie |